Uno: de kaarten, spelregels en telling
In dit artikel hebben we het over het spelen van Uno, wat een populair kaartspel is. Je kunt Uno spelen met tenminste 2 en maximaal 10 spelers.
De speelkaarten
Voor Uno worden speelkaarten gebruikt, die anders zijn dan de speelkaarten van het kaartspel met de joker, aas, koning en dergelijke. Bij de editie van 2018 van Uno wordt gebruik gemaakt van 112 speelkaarten. De achtergrondkleuren die voor de kaarten worden gebruikt, zijn groen, blauw, geel en rood. Ook zijn er ongekleurde kaarten. Er zijn vier kaarten met het nummer nul, een in elk van de vier kleuren. Van de kaarten die zijn genummerd van een tot en met negen zijn er twee van iedere kleur. Verder is er een kaart die betekent dat de volgende speler een beurt moet overslaan. Daarvan zijn er twee van iedere kleur. Datzelfde aantal geldt voor de kaarten die aangeven dat de speelvolgorde moet worden omgekeerd. Verder zijn er twee kaarten van iedere kleur met +2 erop. Dan moet de volgende speler er twee kaarten bijpakken en een beurt overslaan. Tenslotte bevat een spel acht ‘wild cards’. Vier van die kaarten houden in dat de speler van kleur mag veranderen. Op de andere ‘wild cards’ staat +4. Dan kan de speler van kleur veranderen en de volgende speler pakt er vier kaarten bij.
Spelregels
Voor het spel begint, trekt iedere speler een kaart. Diegene met het hoogste nummer wordt de deler. Die geeft aan iedere speler zeven speelkaarten. De resterende kaarten worden als een stapel op de speeltafel gelegd, met de symbolen aan de onderzijde. Echter, de bovenste kaart wordt open op tafel gelegd. De speler begint, die links van de deler zit. Van de laatste neergelegde kaart die open op tafel ligt, kan de speler die aan de beurt is, de kleur volgen of een kaart met hetzelfde symbool neerleggen. Maar die speler pakt wel eerst een kaart van de stapel met de onzichtbare symbolen. De speler mag ook een van de ‘wild cards’ neerleggen. Als die niets kan of wil neerleggen, dan is de volgende speler aan de beurt. Als een speler nog slechts een speelkaart overhoudt, dan moet die duidelijk Uno roepen. Als die dat nalaat, dan kan een andere speler dat melden. De speler met de ene speelkaart dient er dan twee bij te pakken. Andere regels zijn in vorige paragraaf bij de speelkaarten al aangegeven.
Puntentelling
Alle kaarten met een nummer hebben die waarde. De uitzonderingen zijn de +2 en +4 kaarten De +2 kaarten tellen voor twintig punten en de +4 kaarten voor vijftig. Dat laatste geldt ook voor de joker. De kaarten van sla een beurt over tellen voor twintig punten. Datzelfde geldt de kaarten die het spel omkeren. Als iemand al zijn kaarten heeft uitgespeeld, dan wordt van de andere spelers de punten in de hand geteld. Overschrijdt een speler de vijfhonderd punten, dan mag die niet meer meedoen.
